Door: Hertogmpo
Datum: 17-06-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 801
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 14
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 14
Vervolg op: De Avond In Kamer 214 - 3: Alle Grenzen Over
De Thuiskomst
Ze reed langzaam terug. Haar dijen nog gevoelig, haar ondergoed kletsnat, haar hoofd leeg. De USB-stick lag in haar tas. Haar huid rook naar hem. Haar lichaam voelde nog gevuld.
Ze wist niet wat ze hem straks zou zeggen. Sorry zou zinloos zijn. Het is voorbij zou liegen zijn.
Maar iets in haar hoopte… dat hij het niet wist.
Tot ze de oprit op reed.
De voordeur stond op een kier. Alle lichten aan. In de hal stonden twee koffers. Netjes. Gevuld. Klaargezet.
Haar hart sloeg over.
“Maarten?” riep ze zacht.
Hij kwam uit de woonkamer. Zijn ogen koud. Zijn kaken gespannen.
“Ik was er. Bij die parkeerplaats.”
Zijn stem trilde niet. Die was ijzig stil.
“Ik heb alles gehoord. Alles.”
Ze wilde iets zeggen. Maar hij hief zijn hand.
“Nee.”
Hij wees naar de koffers.
“Pak je spullen. Je slaapt hier vannacht niet meer. Je hoort hier niet meer.”
Ze stapte naar voren.
“Maarten, alsjeblieft… het is uit de hand gelopen. Ik… ik weet niet meer wie ik ben zonder jou.”
Hij lachte kort. Hol.
“Dat weet ik wel. Jij bent degene die kreunde met zijn lul in je kont. Jij bent degene die mijn naam niet meer eens noemde toen ik op de gang stond.”
Ze stond nu voor hem, haar ogen vol tranen.
“Ik wil niet naar hem toe… ik wil hier blijven.”
Zijn blik bleef ijzig.
“Dan had je daarvoor moeten kiezen.”
Ze slikte, haar schouders trilden.
“Mag ik nog één nacht…?”
“Niet in mijn huis.”
Hij draaide zich om. Liep terug naar de woonkamer.
En sloot de deur.
Buiten – Wat Overblijft
Ze stond buiten. Regen op haar gezicht. Koffers aan haar voeten.
Verlaten.
Ze had alles opgeofferd. Alles verloren.
Haar vingers trilden toen ze haar telefoon pakte. Ze scrolde naar het nummer. Drukte op bellen.
Eén toon. Twee. Drie.
“Jij?” klonk zijn stem. Slaperig.
Ze haalde diep adem. Haar stem brak.
“Ik heb nergens om naartoe. Ik… ik ben eruit gezet.”
Even bleef het stil. Toen:
“Stuur je locatie. Ik haal je op.”
Ze zakte op haar koffers neer.
Huilend.
Bevend.
En toch… voelde het als de enige plek waar ze nog mocht bestaan.
De regen tikte ritmisch op de motorkap toen de zwarte auto voor haar stopte. De deur ging geruisloos open. Lars zei niets. Hij keek haar alleen aan — lang, onderzoekend.
Ze stond langzaam op. Haar benen voelden als lood. Haar wangen koud van de tranen. Ze opende de achterbak, zette haar koffers erin, en stapte in de passagiersstoel.
Hij reed weg zonder een woord.
Pas na vijf minuten verbrak hij de stilte.
“Dus… hij heeft je eruit gezet.”
Ze knikte.
“Ik ben alles kwijt.”
Hij keek niet opzij.
“Dat was onvermijdelijk. Je koos. Voor mij. Voor dit.”
Ze beet op haar lip. Haar stem was zacht.
“En nu?”
Hij reed verder. Recht, snel.
“Nu leer je wat het betekent om van mij te zijn.”
Aankomst – Geen Bed, Geen Belofte
Zijn appartement was strak, donker ingericht. Eén slaapkamer. Eén bank. Eén kamer die op slot zat.
Hij zette haar koffers neer in de gang.
“Dit is geen relatie,” zei hij kalm.
“Geen liefde. Geen spelletje.”
Hij liep naar haar toe.
“Je hoort nu bij mij. Niet als vriendin. Niet als partner. Maar als bezit. Ik neem wat ik wil. Wanneer ik het wil. Snap je dat?”
Ze knikte.
“Zeg het.”
“Ik ben van jou.”
“Goed.”
Hij pakte haar kin vast. Tilte haar gezicht op.
“En als je blijft… dan is er geen weg terug.”
Ze fluisterde:
“Er is al geen weg terug meer.”
Hij glimlachte.
En zonder nog een woord drukte hij haar tegen de muur. Zijn hand ging onder haar rok, trok haar ondergoed ruw opzij.
Ze was nat. Alweer.
Zijn vinger gleed tussen haar lippen.
“Je lichaam liegt nooit,” zei hij.
Hij draaide haar om. Trok haar rok omhoog.
“Vanaf nu, Janneke,” fluisterde hij, terwijl hij zijn riem losmaakte,
“zul je nooit meer vergeten van wie je bent.”
De kamer was donker, op een enkele schemerlamp na. Lars stond achter haar, zijn handen aan haar heupen, zijn lichaam strak tegen het hare. Ze voelde zijn adem bij haar oor. Warm. Beheerst. Beheersend.
“Je weet wat je bent geworden,” fluisterde hij.
Ze knikte.
“Zeg het.”
“Ik ben van jou. Voor alles wat je wil.”
Hij trok haar rok in één ruk omlaag. Geen tederheid. Alleen eigenaarschap.
“Vanaf nu praat je alleen als ik je iets vraag. Je lichaam is niet meer van jou. Alleen ik bepaal wat ermee gebeurt.”
Hij draaide haar om, zijn blik strak, dominant.
“Uitkleden. Langzaam.”
Ze begon. Knoop voor knoop. Beheerst, terwijl zijn ogen haar volgden. Toen haar blouse openviel, haar borsten vrijkwamen, kneep hij één borst hard — testend. Ze kreunde, haar tepels al stijf.
“Mooi,” zei hij. “Je leert snel.”
Hij leidde haar naar het bed, duwde haar op haar knieën, en boog haar naar voren.
“Handen plat op het matras.”
Ze gehoorzaamde onmiddellijk.
Hij spreidde haar billen. Zijn duim gleed tussen haar lippen — haar natte, open kut.
“Je bent al klaar voor me.”
Ze voelde hoe hij zichzelf tegen haar aandrukte, zijn lul langzaam naar binnen duwde.
Niet teder. Niet ruw. Gewoon… volledig.
Elke stoot was doelgericht. Zijn handen strak om haar heupen, zijn tempo gecontroleerd.
Hij neukte haar als bezit — als iets wat hij kende, gebruikte, en beheerde.
Ze kreunde. Maar hield haar handen waar ze waren.
Na een tijdje stopte hij.
“Op je rug. Benen wijd. Handen boven je hoofd.”
Ze rolde om, hijgend, en gehoorzaamde.
Hij neukte haar opnieuw — nu diep en traag — terwijl zijn hand haar keel vasthield.
Niet dichtgeknepen. Alleen… herinnerend: je bent van mij.
Toen hij klaar was, spoot hij in haar. Niet terugtrekkend. Geen condoom. Vol. Rauw.
Hij bleef nog even in haar liggen. Zijn hand op haar borst. Zijn ademhaling zwaar.
“Dit is pas het begin,” zei hij.
“Als je blijft, wordt het nooit meer van jou. Alleen van mij.”
Ze sloot haar ogen.
En fluisterde:
“Dat wil ik.”
Ze wist niet wat ze hem straks zou zeggen. Sorry zou zinloos zijn. Het is voorbij zou liegen zijn.
Maar iets in haar hoopte… dat hij het niet wist.
Tot ze de oprit op reed.
De voordeur stond op een kier. Alle lichten aan. In de hal stonden twee koffers. Netjes. Gevuld. Klaargezet.
Haar hart sloeg over.
“Maarten?” riep ze zacht.
Hij kwam uit de woonkamer. Zijn ogen koud. Zijn kaken gespannen.
“Ik was er. Bij die parkeerplaats.”
Zijn stem trilde niet. Die was ijzig stil.
“Ik heb alles gehoord. Alles.”
Ze wilde iets zeggen. Maar hij hief zijn hand.
“Nee.”
Hij wees naar de koffers.
“Pak je spullen. Je slaapt hier vannacht niet meer. Je hoort hier niet meer.”
Ze stapte naar voren.
“Maarten, alsjeblieft… het is uit de hand gelopen. Ik… ik weet niet meer wie ik ben zonder jou.”
Hij lachte kort. Hol.
“Dat weet ik wel. Jij bent degene die kreunde met zijn lul in je kont. Jij bent degene die mijn naam niet meer eens noemde toen ik op de gang stond.”
Ze stond nu voor hem, haar ogen vol tranen.
“Ik wil niet naar hem toe… ik wil hier blijven.”
Zijn blik bleef ijzig.
“Dan had je daarvoor moeten kiezen.”
Ze slikte, haar schouders trilden.
“Mag ik nog één nacht…?”
“Niet in mijn huis.”
Hij draaide zich om. Liep terug naar de woonkamer.
En sloot de deur.
Buiten – Wat Overblijft
Ze stond buiten. Regen op haar gezicht. Koffers aan haar voeten.
Verlaten.
Ze had alles opgeofferd. Alles verloren.
Haar vingers trilden toen ze haar telefoon pakte. Ze scrolde naar het nummer. Drukte op bellen.
Eén toon. Twee. Drie.
“Jij?” klonk zijn stem. Slaperig.
Ze haalde diep adem. Haar stem brak.
“Ik heb nergens om naartoe. Ik… ik ben eruit gezet.”
Even bleef het stil. Toen:
“Stuur je locatie. Ik haal je op.”
Ze zakte op haar koffers neer.
Huilend.
Bevend.
En toch… voelde het als de enige plek waar ze nog mocht bestaan.
De regen tikte ritmisch op de motorkap toen de zwarte auto voor haar stopte. De deur ging geruisloos open. Lars zei niets. Hij keek haar alleen aan — lang, onderzoekend.
Ze stond langzaam op. Haar benen voelden als lood. Haar wangen koud van de tranen. Ze opende de achterbak, zette haar koffers erin, en stapte in de passagiersstoel.
Hij reed weg zonder een woord.
Pas na vijf minuten verbrak hij de stilte.
“Dus… hij heeft je eruit gezet.”
Ze knikte.
“Ik ben alles kwijt.”
Hij keek niet opzij.
“Dat was onvermijdelijk. Je koos. Voor mij. Voor dit.”
Ze beet op haar lip. Haar stem was zacht.
“En nu?”
Hij reed verder. Recht, snel.
“Nu leer je wat het betekent om van mij te zijn.”
Aankomst – Geen Bed, Geen Belofte
Zijn appartement was strak, donker ingericht. Eén slaapkamer. Eén bank. Eén kamer die op slot zat.
Hij zette haar koffers neer in de gang.
“Dit is geen relatie,” zei hij kalm.
“Geen liefde. Geen spelletje.”
Hij liep naar haar toe.
“Je hoort nu bij mij. Niet als vriendin. Niet als partner. Maar als bezit. Ik neem wat ik wil. Wanneer ik het wil. Snap je dat?”
Ze knikte.
“Zeg het.”
“Ik ben van jou.”
“Goed.”
Hij pakte haar kin vast. Tilte haar gezicht op.
“En als je blijft… dan is er geen weg terug.”
Ze fluisterde:
“Er is al geen weg terug meer.”
Hij glimlachte.
En zonder nog een woord drukte hij haar tegen de muur. Zijn hand ging onder haar rok, trok haar ondergoed ruw opzij.
Ze was nat. Alweer.
Zijn vinger gleed tussen haar lippen.
“Je lichaam liegt nooit,” zei hij.
Hij draaide haar om. Trok haar rok omhoog.
“Vanaf nu, Janneke,” fluisterde hij, terwijl hij zijn riem losmaakte,
“zul je nooit meer vergeten van wie je bent.”
De kamer was donker, op een enkele schemerlamp na. Lars stond achter haar, zijn handen aan haar heupen, zijn lichaam strak tegen het hare. Ze voelde zijn adem bij haar oor. Warm. Beheerst. Beheersend.
“Je weet wat je bent geworden,” fluisterde hij.
Ze knikte.
“Zeg het.”
“Ik ben van jou. Voor alles wat je wil.”
Hij trok haar rok in één ruk omlaag. Geen tederheid. Alleen eigenaarschap.
“Vanaf nu praat je alleen als ik je iets vraag. Je lichaam is niet meer van jou. Alleen ik bepaal wat ermee gebeurt.”
Hij draaide haar om, zijn blik strak, dominant.
“Uitkleden. Langzaam.”
Ze begon. Knoop voor knoop. Beheerst, terwijl zijn ogen haar volgden. Toen haar blouse openviel, haar borsten vrijkwamen, kneep hij één borst hard — testend. Ze kreunde, haar tepels al stijf.
“Mooi,” zei hij. “Je leert snel.”
Hij leidde haar naar het bed, duwde haar op haar knieën, en boog haar naar voren.
“Handen plat op het matras.”
Ze gehoorzaamde onmiddellijk.
Hij spreidde haar billen. Zijn duim gleed tussen haar lippen — haar natte, open kut.
“Je bent al klaar voor me.”
Ze voelde hoe hij zichzelf tegen haar aandrukte, zijn lul langzaam naar binnen duwde.
Niet teder. Niet ruw. Gewoon… volledig.
Elke stoot was doelgericht. Zijn handen strak om haar heupen, zijn tempo gecontroleerd.
Hij neukte haar als bezit — als iets wat hij kende, gebruikte, en beheerde.
Ze kreunde. Maar hield haar handen waar ze waren.
Na een tijdje stopte hij.
“Op je rug. Benen wijd. Handen boven je hoofd.”
Ze rolde om, hijgend, en gehoorzaamde.
Hij neukte haar opnieuw — nu diep en traag — terwijl zijn hand haar keel vasthield.
Niet dichtgeknepen. Alleen… herinnerend: je bent van mij.
Toen hij klaar was, spoot hij in haar. Niet terugtrekkend. Geen condoom. Vol. Rauw.
Hij bleef nog even in haar liggen. Zijn hand op haar borst. Zijn ademhaling zwaar.
“Dit is pas het begin,” zei hij.
“Als je blijft, wordt het nooit meer van jou. Alleen van mij.”
Ze sloot haar ogen.
En fluisterde:
“Dat wil ik.”
Lees verder: De Avond In Kamer 214 - 5: De Regels
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10